Coronacrisis of niet, de vraag naar woningen blijft onverminderd hoog.

En omdat er weinig aanbod is, zijn de huizenprijzen in april verder de pan uit gerezen.

Bestaande koopwoningen waren in die maand maar liefst 11,5 procent duurder dan in april vorig jaar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Kadaster. Dat is de grootste prijsstijging in bijna 20 jaar tijd.

Wie dacht dat er na jaren van onstuimige prijsstijgingen, de diepste crisis sinds de oorlog en bijbehorende lockdowns wel een prijsdaling moest komen, heeft het mis. Voorlopig blijkt de huizenmarkt nog altijd immuun voor de coronacrisis.

In juni 2013 bereikten de prijzen van koopwoningen een dieptepunt. Sindsdien is er sprake van een stijgende trend. De index lag in april 2021 op het hoogste niveau ooit.

Vergeleken met het dal in juni 2013 waren de prijzen in april 63,5 procent hoger. Het Centraal Planbureau (CPB), een overheidsinstantie die de economie analyseert, en de banken voorzagen aan het begin van de coronacrisis dat de gemiddelde prijs van een huis zou gaan zakken. Niets blijkt momenteel minder waar.

Waar in januari nog 40 procent meer huizen van eigenaar wisselden dan in de eerste maand van vorig jaar, lag dát percentage in april stukken lager. Met 18.954 woningtransacties werden nauwelijks meer huizen verkocht dan in april 2020.

In de eerste vier maanden van dit jaar wisselden 85.581 huizen van eigenaar. Dat is 21,5 procent meer dan in die periode vorig jaar.

Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×